Info

Afrika. Gabon. 10 jaar of wat geleden. Rond 1 uur ‘s nachts zat het aflopend tij goed. Het zeven meter lange polyester bootje werd voor anker gelegd in het midden van de gierende stroming van de Ogooué rivier in Gabon. Net voor de gevaarlijke branding van de oceaan. Je hoorde alleen het gebulder, zien was onmogelijk, er was geen maanlicht, geen horizon en de wereld bleef beperkt tot het schijnsel van ons Petzl-lampje. Daarachter lag het gevaar. In deze gierende monding kwamen barracuda, jacks, snappers, tarpons en roggen jagen op alles wat in dit heftige water in de problemen raakte. Harders waren de hoofdprooi. Ongeveer tussen de 25 en 40 cm groot. Soms sprongen deze aasvissen zelfs onze boot in, om te ontsnappen aan de vele tanden. Ik kreeg er zelfs ééntje vol in het gezicht. We lieten onze vers gestripte harders zakken aan een free running systeem met een stalen onderlijn waarmee je wel een os kon wurgen. Alles werd beneden gehouden door een halve kilo lood. Wachtend in het donker, zwalpend in de brekende golven, met nu en dan een hevige ruk van het uitstaande ankertouw. Onze life-line. Luc en ik waren er stil van. Niet bepaald prettig om dit uit te zitten maar de drang om het grootste te vangen wat hier beneden zwom was te groot. Adrenaline.
Een paar zachte rukjes, meer niet. Daarna liep de lijn zacht weg en ik ramde vast terwijl Luc zijn hengel uitdraaide. Een traag bewegend betonblok ging aan het zwemmen maar kwam niet van de bodem af. Zo’n dril had ik nog niet meegemaakt, dit kon alleen een rog zijn. Na een half uur sleuren waren m’n spieren helemaal verzuurd en nam Luc even over tot ik weer bij de positieven kwam. Eén keer kwam ze tot net naast de motor van de boot om daarna terug op de bodem te gaan mokken. Verbijsterd waren we, van zoveel kracht met zo weinig moeite. Prachtig aerodynamisch. Toen maakten de golven me zeeziek, boven werd onder en omgekeerd, geen horizon meer te zien. Drillend gaf ik over in een luid gebrul. Héél aanstekelijk want dra lag ook de rest van het gezelschap de oceaan te voeden. Ondertussen zwom de rog rustig verder, tot ze toch haar eind vond en in de boot getrokken werd door een paar zwarte handen. Ik wist het niet meer, maar dit was werkelijk beulenwerk. Lachend volgde de ontlading. Aan boord lag een mooie maar niet eens zo grote zoetwaterrog, een ‘thorny freshwater stingray’ heet dat beest in het engels. ‘s Morgens fotografeerden we ze op het strand en deze afgepeigerde frêle jongen kon dit dametje niet alleen heffen…

Comments

No comments yet.

Leave a Reply