Info

Ooit had ik een stek aan de Plaissancebrug in Mechelen. Niet zoveel mensen hadden er al ooit gevist omdat het er niet zo plezant zitten is. Megadruk, twee bruggen op een kruispunt van meerdere straten in hartje stad. Maar onder water was het op het ondiepe plateau naast de brug ook megadruk. Een goeie stek want iedere keer ik er viste had ik wel een mooie op de kant. Ik viste op het kruispunt der dertigers.
Meestal ging ik iedere avond (voor die tijd) ruim voeren en de stek werd op vrijdag- of zaterdagavond afgeroomd. Het was een tijd van hectische actie, soms met slecht één hengel, enkel tijdens de avonduren en nachten was er niet eens bij…
De drils verliepen meestal met één of meerdere onvermijdelijke toeschouwers. Zo ook die ene warme avond waarop ik onderstaande schub ving. Als ik me niet vergis woog de bekende vis net 17 kilo en ze was goed herkenbaar aan de plooi in de borstvin en de eigenaardige onderste staartlob. De bewoners van één van de huizen achter m’n stek kwamen net buiten toen de vis op de mat werd gelegd en al gauw waren de kids in de wolken en waren de verbaasde vragen van de ouders de meest clichematige.
“Hoe veel weegt dat zo en heb je dat wel hier gevangen?” “Tja, waar anders dan voor jullie deur!” De papa nam vriendelijk de foto’s en de lieve mensen verdwenen uiteindelijk. Deze familie had op z’n minst iets te vertellen.
Een maand of drie later, op een warme avond in de herfst, krijg ik een run en sta heftig te drillen op de kaaimuur. En wie komt daar aangelopen? Tja, diezelfde familie. Ze hadden het vlug in de gaten dat er terug een mooie vis de hengel rond plooide en ze kwamen op me toe. Er werd geroepen en enthousiast gereageerd, geen rust hier, deze stek ligt immers in het hart van de stad. Nog voor ze in het net lag wist ik al welke vis het betrof. Dezelfde als bij hun vorige bezoek natuurlijk. Pas toen ze op de mat lag en de weger het zelfde gewicht aangaf wist ik het helemaal zeker. Ik zei het dan maar tegen de mama en werkelijk, dat onnozele vragende gezicht van het overigens knappe vrouwtje vergeet ik nooit meer. Zoveel ongeloof in die vragende ogen. Hoe kan dat nu om zoiets te beweren? Maar, wat voor een karpervisser gewone kost is geworden om een vis te herkennen, is voor een leek een quasi belachelijk gegeven. Je moet wel halfgek zijn om zoiets te beweren… Zo’n grote vis vang je namelijk maar één keer in je leven. Misschien had ze wel gelijk, het is een beetje belachelijk… En wat maakt het uit? Hij woog een paar honderd gram meer, wat maakt het uit… De stek werd opgeruimd, de mensen verdwenen en er was weer iets om over te vertellen…

Comments

2 Comments

Post a comment
  1. Christian #
    October 13, 2010

    Hallo Geert,

    Mooi en herkenbaar stukje. Vooral als het om schubkarpers gaat kunnen leken maar moeilijk geloven dat deze te herkennen zijn, terwijl karpervissers het vaak in één enkele oogopslag zien. Ik geniet altijd erg van je blog, mooi fotografiewerk en je schrijfstijl is erg prettig. Vooral je verhalen uit de oude doos spreken vaak tot de verbeelding, zoals ook deze weer. Keep up the good work, ik blijf je schrijfsels met interesse lezen!

    Groeten Christian

  2. Geert Vandeplancke #
    October 26, 2010

    Dag Christian,
    het doet me plezier dat je ‘t nog altijd leuk vind om me te volgen!
    Daar doen we het voor hé!
    Vriendelijke groeten,
    Geert

Leave a Reply