Info

Posts uit Memorabel

Nog eens op stap met Jo Verhasselt. Tussen een reeks leuke vissen, snel na elkaar, kwam er een flut aanbeetje. Eerst dacht ik aan een vals gehaakte brasem, dan dacht ik aan een karper, het nam alle vormen aan maar het bleek uiteindelijk een volvette snoekbaars van net 90 cm te zijn! Geen halve centimeter meer, geen centimeter minder. Ze zag er zo nieuw uit… We were happy!

_1100687_ret_1024

Afrika. Gabon. 10 jaar of wat geleden. Rond 1 uur ‘s nachts zat het aflopend tij goed. Het zeven meter lange polyester bootje werd voor anker gelegd in het midden van de gierende stroming van de Ogooué rivier in Gabon. Net voor de gevaarlijke branding van de oceaan. Je hoorde alleen het gebulder, zien was onmogelijk, er was geen maanlicht, geen horizon en de wereld bleef beperkt tot het schijnsel van ons Petzl-lampje. Daarachter lag het gevaar. In deze gierende monding kwamen barracuda, jacks, snappers, tarpons en roggen jagen op alles wat in dit heftige water in de problemen raakte. Harders waren de hoofdprooi. Ongeveer tussen de 25 en 40 cm groot. Soms sprongen deze aasvissen zelfs onze boot in, om te ontsnappen aan de vele tanden. Ik kreeg er zelfs ééntje vol in het gezicht. We lieten onze vers gestripte harders zakken aan een free running systeem met een stalen onderlijn waarmee je wel een os kon wurgen. Alles werd beneden gehouden door een halve kilo lood. Wachtend in het donker, zwalpend in de brekende golven, met nu en dan een hevige ruk van het uitstaande ankertouw. Onze life-line. Luc en ik waren er stil van. Niet bepaald prettig om dit uit te zitten maar de drang om het grootste te vangen wat hier beneden zwom was te groot. Adrenaline.
Een paar zachte rukjes, meer niet. Daarna liep de lijn zacht weg en ik ramde vast terwijl Luc zijn hengel uitdraaide. Een traag bewegend betonblok ging aan het zwemmen maar kwam niet van de bodem af. Zo’n dril had ik nog niet meegemaakt, dit kon alleen een rog zijn. Na een half uur sleuren waren m’n spieren helemaal verzuurd en nam Luc even over tot ik weer bij de positieven kwam. Eén keer kwam ze tot net naast de motor van de boot om daarna terug op de bodem te gaan mokken. Verbijsterd waren we, van zoveel kracht met zo weinig moeite. Prachtig aerodynamisch. Toen maakten de golven me zeeziek, boven werd onder en omgekeerd, geen horizon meer te zien. Drillend gaf ik over in een luid gebrul. Héél aanstekelijk want dra lag ook de rest van het gezelschap de oceaan te voeden. Ondertussen zwom de rog rustig verder, tot ze toch haar eind vond en in de boot getrokken werd door een paar zwarte handen. Ik wist het niet meer, maar dit was werkelijk beulenwerk. Lachend volgde de ontlading. Aan boord lag een mooie maar niet eens zo grote zoetwaterrog, een ‘thorny freshwater stingray’ heet dat beest in het engels. ‘s Morgens fotografeerden we ze op het strand en deze afgepeigerde frêle jongen kon dit dametje niet alleen heffen…

Het is verslavend, zo’n eenvoudige visserij. Een goeie week geleden was ik nog eens langs het riviertje geweest. Er stond veel meer water en de zon stond er knal bovenop. De vele waterplanten golfden op het ritme van het flink stromende water. Het is er zalig toeven.
De techniek is ‘eenvoudig’. 8/00 wit dyneema op de molen, daaronder een goeie meter 20/00 fluorocarbon. En een flink zware haak. Tegenstrooms inwerpen, het vlokje zinkt op het gewicht van de haak maar het dyneema zorgt er voor dat je niet te diep vist. Het vlokje kan je onder water mooi volgen, en zelfs sturen tussen de waterplanten door het opnemen van het drijvend dyneema. Eens dat ik het aas niet meer kan zien geef ik een tikje, en het brood dient stroomafwaarts als voer. Het werkt als een speer, prachtig om te zien hoe kopvoorn en winde vanonder het wier komen om het brood op te slurpen. Een puur visuele visserij, én superspannend. De vissen hoeven niet eens groot te zijn.
Ik amuseerde me te pletter. Ik haakte een karpertje, verspeelde er ook één, ving vier mooie windes en een mega-kopvoorn. Miste ook nog een koi door toeval en ving als laatste nog een karper van een kilo of zeven, acht. M’n lichte hengeltje brak middendoor op dit geweld maar ik kreeg het beest toch nog in m’n véél te kleine net… Heerlijk, maar ik kon wel naar huis!
Maar zaterdag voorspelde het weer niet veel goeds, met windkracht 4 à 5 en veel regen, de snoekboot bleef op stal. Marc dacht er net hetzelfde over en het plan om nog eens met het korstje te gaan vissen was gauw gemaakt.
Drie broden in de tas, wat nylon en een doosje haken, that’s all. Zo simpel. Marc’s Fairplay hengels plooiden dubbel en hij kraaide van plezier. We hadden een heerlijke namiddag met een paar hele mooie vissen… Plezier alom in een prachtige omgeving!

Marc stuurde me een sms of ik zin had om een vrijdagje mee te gaan, het grote water op. Ik stemde zonder meer toe, een snipperdag op het onverwachts is altijd tof. En al zeker met Marc er bij… Hij vist altijd zo licht als maar kan en we spraken af om de ganse dag in te zetten op baars met klein kunstaas. Als dat niet lukte wilden we ook nog wat vertikalen.
We waren voor dag en dauw aan het water, om de files voor te zijn. Er stond een flinke wind maar het bleef ‘s morgens erg fris maar mooi droog, én, het draaide uit op een onvergetelijke dag.
Na een paar worpen haakte ik op een blauwe Aruka Shad een flinke winde. Superblij was ik met deze vis want een winde van 50 cm had ik nog niet op m’n lijstje. Kort later haakte Marc er ook eentje, maar dat bleek een baars te zijn die 47 cm op de meetlat bracht. We waren pas bezig en de nul was voor beiden van het bord met twee prachtige vissen… Nog een paar worpjes later klopte Marc vast op een beste snoek vast, 90 cm snoekbeest werd op de gevoelige plaat vastgelegd. ‘k Had wat moeite met de scherpstelling van de camera, daar moet nog aan gewerkt! We waren in ons nopjes. De dag kriekte nog maar, de zon kwam op, er was bijna niemand op het water.

De stek was uitgepeuterd en we verkasten, de autopilot liet ons mooi over de taluds varen, en methodisch werden enkele kilometers water gedekt. Toen dat niet lukte werd er getrold met dieper duikende plugjes omdat we verwachtten dat de baarzen misschien al wat dieper lagen… maar dit werd niks.
Lekker uit de wind geankerd zaten we ‘s middags op Marc’s gasgeveerde stoeltjes ons boterhammekes op te eten. Dat was pas genieten en wat een boot heeft die man! Tiptoppie in orde. Zo’n stoeltje moet ik ook op de boot hebben!
Ondertussen kwamen de mogelijke snoekstekken van dit grote water aan bod en het bleek dat ik volgens hem misschien wel op het goede pad zit. Goed voor het zelfvertrouwen. Jammer van de twee geloste vissen van de laatste weken. Een ervan was werkelijk een absolute bak… maar m’n naam stond er blijkbaar niet op. Ik verspeelde ze door eigen stommiteit. Op groot water met weinig aanbeten komt dat hard aan.
Na het eten visten we voor anker op een mooi talud, in de hoop om terug een mooie baars te strikken. Ik met een klein roze shadje en Marc zette in met een dropshotmontage met iets wat op een kruising van een garnaal en een speldaasje geleek. Bam, en hij haakt al na een paar worpjes een beste baars. 48cm schoon in de boot, wat een vissen zijn me dat! We waren blij met deze prachtige vis. En ik zei net dat hij me de broek afdeed met z’n baarzen als ik ook een tikje kreeg op een meter of vijf, zes diepte. Het beestje zwom zo naar de boot en ik mompelde dat het wel een piepklein baarsje moest wezen. Marc draaide zich net om toen deze vis -wakker geworden- er plotseling met ongekende kracht en snelheid vandoor ging. Het kleine molentje op het lichte Godfather-hengeltje piepte onder de opgebouwde spanning. Dit moest wel een vals gehaakte karper zijn, zo’n krachtsontplooing!
Het leek voor mij een uur te duren, maar na een uiterst enerverende dril, geflirt met het ankertouw en een onder de boot beukende vis verscheen er plots een enorme kolk die in honderden belletjes ver uitdeinde… Wat was me dat?
Marc bleef me maar kalmte aanmanen, m’n naam stond er op want anders was ik deze vis al lang verspeeld. Rustig aan Geert, rustig aan. Marc heeft zo te zien geen zenuwen (daarom is hij ook zo’n fijn gezelschap) maar hij was al even opgewonden als ik. Verkrampt drilde ik zo rustig mogelijk verder. Toen ze de eerste keer boven kwam, dat vergeet ik nooit meer, wat een zicht in dit heldere water. Top-Torpedo! Wat een snoek lag daar moegestreden naast de boot.
Niet aarzelend schoof ik m’n hand in de kieuw en trok het beest op adrenaline in één beweging de boot in.
Ik had moeite om ze te tillen, lang en zwaar ging ze op m’n hand. Marc mat 125cm, en dat was eerder onder- dan overschat… wat een beest! Het zonnetje speelde op haar mozaiëken kleed en het leek wel zomer. Na een paar minuten en tal van foto’s liet ik haar gaan, terug naar haar talud. Koel speurend naar aasvissen.
We zonken in onze stoeltjes, kletsten op elkaar handen, praatten de zaak door, dit was één van de vangsten van m’n leven. Ik was heel blij dat Marc er bij was én de brave man was al even blij als ik!
Na een uur niksen besloten we toch nog wat te vertikalen en op een paar gemiste aanbeten op tien à twaalf meter diepte gaven we er ginds de brui aan om nog eens op de ochtendstek te proberen. Maar ook dat werd niks meer.
Toen de boot terug gleed naar de trailerhelling gierde de adrenaline nog altijd door m’n lijf… en nu (maandagavond) is het weinig minder. Aan deze vis was ik toe, en Jacques zei me net nog dat ik het ook gewoon verdiende… M’n naam stond er op. Goed voor het zelfvertouwen. Marc, je hebt er één van mij te goed! Ik ben erg gelukkig met deze mooie vis en ik hoop dat ze nog lang mag leven in dit mooie uitgestrekte meer…

Ryan Debacker is een West-Vlaamse karpervisser die al een tijdje op een serieuze manier met fotografie bezig is. Dat blijkt uit z’n machtige vogelfoto’s. Vooral de ijsvogeltjes zijn prachtig. Ik ben zelden jalloers maar dit steekt echt m’n ogen uit!…

Neem via deze link een verplicht kijkje!
http://ryandebacker.zenfolio.com/

Karpervissers zijn normaal gesproken niet tuk op brasem, het is slechts hinderlijke bijvangst. Ze komen er te pas en ten onpas aan hangen, vooral als het net niet moet. Soms worden ze zelfs met het minste respect behandeld en minachtend teruggezet.
Het kan ook anders.
Alijn ving vorige week op een ‘niet nader genoemd’ Belgisch water een wel erg grote brasem. Hij had ze onlangs tot in de vijf kilo categorie, maar deze spant de kroon! Ik weet niet hoe groot een brasem wel kan worden, maar deze is met z’n 7,3 kilo een absolute topper! Maf! En waarschijnlijk zelfs een Belgisch record…

Ooit komen dagen dat alles klopt, dat je als vismaten tegen elkaar zegt dat het prima gaat met wat je doet. Dan kan je als visser bijna niks verkeerd doen. ‘On a roll’ noemen de Engelsen dat, dacht ik. De schakels passen ineen, het verhaal klopt op de één of andere manier. Zoals gisteren.
We waren al met zonsopgang aan een groot Nederlands water. Ik zat alweer te suffen, het hard werken aan Alijn’s boek weegt op m’n gestel. David zette in met kunstaas, ik met een medium-size horsmakreel. Ik werd vlug wakker want in het eerste uur kwamen er vlot een aantal beten, waarvan er een drietal werden gelost. David verspeelde een kleintje én een mooie vis. De vis die ik loste was een beste, dat voelde ik zo. David verzilverde er twee, een leuke 89-er en een hard vechtende vis van 101 cm. Dus, weeral een metervis binnenboord, de dag was weer al prima ingezet en het was niet eens middag. We gingen op zoek naar meer. We vonden verderop verschillende scholen aasvis en we visten er kriskras doorheen. Midden een school brasems (David haakte er trouwens eentje op pijnlijke manier op z’n kunstaas) kreeg ik een droge tik, mepte, en een halve horsmakreel kaatste op het oppervlak terug… net achter m’n dreg netjes afgebeten. Spijtig.


Daarna viel het wat stil, dus aten we wat in het lekkere zonnetje (David at z’n pasta met z’n vingers, tja een vork vergeten, gruwelijk vet haha!) en we gingen erna op zoek naar nieuwe stekken, nieuwe onontgonnen dieptes. Kilometers maken met onze nieuwe boot gaat nu erg gemakkelijk en het is bovendien plezierig. We zijn dus niet meer zo stekgebonden. Het reisje leverde niks op dus we keerden terug naar de eerste stekken en vrijwel direct kreeg ik op de ‘brasemstek’ een aanbeet, een run van jewelste, en een gevecht op het scherp van de snee. Jezusmaria, ik was danig onder de indruk van dit geweld. De boot werd in het windstille weer op sleeptouw genomen, en David stuurde tegen met de electromotor. Uiteindelijk gaf deze dame zich gewonnen, David harkte zonder twijfelen met het net de buit binnen en we werden even stil. Dikke vis en ze werd gemeten op 116 cm! Joohoo, m’n record gebroken met deze eerste vis vandaag. Wat een ontlading… Nu kon het niet meer stuk, twee meters binnen! Wat een emoties, vooral om zo’n drilpartij. M’n vismaat kraaide victorie, gaf een paar oerschreeuwen ten beste die ze tot in België konden horen, was dit effen vissen!…

We visten de namiddag in de brandende zon door (is het echt oktober?) en tot de avond werd het niks meer. Beiden hadden we een lekkere vis aan de rigs… maar de snoeken hoefden het niet meer. Toch bleven we volharden, tot de zon viel. Toen liep ik vast, althans dat dacht ik. David zei net dat we voor de zoveelste keer een bol aasvis binnendreven. De vermoedde plasticzak bleek uiteindelijk toch te bewegen, en ‘k sloeg voor de zekerheid toch maar eens stevig aan.
Ik had een beest gewekt die met brute kracht de veiligheid trachtte te bereiken. De motor moest in achteruit, anders kwam dit niet goed. Trillend op m’n benen voorspelde ik dat deze beer groter was dan de vorige. David zei eigenlijk niks meer, het tafereel, de dril sprak voor zichzelf. Slechts een enkele keer zag ik een flits van de vis voor ze zich aan de oppervlakte vleide, tot de overgave gedwongen. Nen boeker, wat een rug! Als perfect op elkaar ingespeelde vismaten haalden we ze binnenboord, en het werd héél stil. Dit was zonder meer de grootste en dikste die we ooit gezien hadden. Het verdict viel op 121 cm, naar het gewicht hadden we het raden. We moeten misschien eens zorgen voor een grote weegzak en weger in de boot. Tja, m’n handen schudden als wilgenblaadjes in een halfzware zomerstorm, en ik zweefde zo’n tien centimeter boven de boot. David hield me tegen. Zonder jou was het niet gelukt kerel, merci! 2 PB’s op één dag, verdomme. Een zéér zonnige dag dus!
In het donker vaarden we terug naar de trailerhelling, en besloten deze overwinning met een bezoekje aan de Italiaan. David at z’n geroosterde kip met rozemarijn met z’n handen, omdat dat nou eenmaal lekker is. Ik nam me een pasta met zeevruchten. Stinkend naar de look besloten we zo vlug mogelijk terug te keren. Natuurlijk, zou jij niet?…

Een paar jaar geleden trokken Luc Van Litsenborg, Ronny De Groote en ik naar de kuststrook van Gabon, Zwart-Afrika. De bedoeling was om er gedurende drie weken de tarpon te belagen. Deze soort bereikt daar enorme gewichten, rond de 100 kg en 2 meter+ lang!

De reis en de voorbereiding was een hele heksentoer om voor elkaar te krijgen, mede omdat Jacques Schouten voor deze trip wegens ziekte forfait moest geven. Ginds aangekomen werd alles ter plekke voorbereid, boten, motoren, eten, brandstof, hulpjes. Omdat je maar een beperkt aantal kilo mee mag nemen op het vliegtuig.


Nadat alles picobello in orde was vertrokken we met drie vissers en vier man personeel het oerwoud in. Er werd gevist met kunstaas, levend aas zoals harders, en dood bodemaas, en speciale dobbermontages met kleine aasvisjes voor de tarpon. De tarpons gaven echter verstek maar er was meer dan genoeg plezier met de andere vissoorten zoals jack’s, pastinaakroggen, barracuda’s, rode karpers, en gitaarroggen.

De meeste kunstaassoorten bleken niet bestand tegen het zware tandengeweld van Barracuda’s en rode karpers. Onderstaande Super Shad Rap heeft welgeteld 100 meter gezwommen en hij moest er al aan geloven, in twee!

De gemakkelijst vangbare soorten waren roggen, jack’s en barracuda’s. Slechts één tarpon werd door Luc gevangen, een goede 90 kg. en 2,20 meter lang! Een topper!
Ik heb er 3 weken afgezien, want het tropenweer gecombineerd met alle dagen ‘magere vis’ eten, heeft een weerslag op je fysieke weerstand.
Een puik avontuur, en ik heb het gelukkig overleefd.

Vermits de twee snoekdagen in Nederland van vorige week een supersof waren, en er niks leuks over te vertellen valt trek ik nu maar terug enkele foto’s uit de oude doos tevoorschijn…
2001 aan de Leuvense Vaart. Op de foto’s zie je superbeauty ‘Dubbele Rijen’, de nu vermiste Grote Vlekschub op 22,2 kg, en één van de grote schubben…