Info

Gisterenavond moest ik naar het water toe, een drang. Ook al was het maar een uurtje. Het moest. De keuze is dan gauw gemaakt, in het park vlak achter m’n appartementje ligt een kleine vijver met een mooi bestand aan kleine karpers.
Als het om het vlug vangen van een aantal vissen gaat ben ik daar aan het goede adres.
Een blikje mais en een lichte setup zouden volstaan. Haakje 10, 22/00 nylon, oude Sigma molen op een lichte 1 1/2 ponds-hengel. Puur plezier.
Een frisse avond, met een graad of 15 een groot verschil met de vorige weken. Een licht briesje zette een rimpeltje op het water… en het rimpeltje is m’n weg naar de karpers.
20 cm uit ‘t kantjen, net langs het stenen muurtje zet ik m’n valletje, een streepje mais. Niet meer dan 30 gouden korreltjes… en dat op een paar stekjes nauwelijks een paar tientallen meters uit elkaar verwijderd.
Ik laat het pennetje indalen en nauwelijks vijf minuutjes zeilt het oranje stipje al weg, wat later kan ik al een mooie schub van een kilootje of negen netten. Ik verbaas me erover dat ondanks m’n scherpe visserij het haakje toch zo diep zit… De rakker kan zo terug, blijkbaar is ie blij want het water spat tot in m’n gezicht.
De volgende stekjes leveren niks op, en ik besluit naar de overkant te vertrekken… beetje voeren en wachten. De brasems staan op rij, en ik vang er een paar. Beduusd van de harde aanslag ondergaan ze het zomaar. Sommigen zijn beschimmeld, resultaat van een ver doorgedreven wedstrijdvisserij.
Wat later krijg ik er een karper op, hij staat met z’n staart naar me te wuiven, maar zelfs na een half uur krijg ik hem niet gevangen. Hij liet amper m’n ranke pennetje wat bewegen, een aanslag niet waard.
Hij verdwijnt uiteindelijk, het word al donker, ik verdwijn ook, naar huis…

Comments

No comments yet.

Leave a Reply